‘Krab achter je oren’ deel 65: systeemdenken bij solliciteren 9: 7 gouden tips voor wanneer je sollicitatiebrief af is

Deze keer geef ik je nog 7 gouden tips voor je sollicitatiebrief, wanneer deze (bijna) af is.

  1. Staan er nog rode golfjes onder woorden? Klik dan op de rechtermuisknop voor suggesties voor de spelling of controleer de spelling in het woordenboek of op Google.
  2. Lees je brief hardop aan jezelf voor. Lopen de zinnen goed? Staan de komma’s op de goede plaats? Zijn de zinnen middellang en niet te lang?
  3. Staan er (te) vaak dezelfde woorden in? Klik dan op de rechtermuisknop: en kies synoniemen. Dat zijn woorden met ongeveer dezelfde betekenis. Klik hier op een woord om dit automatisch in te laten voegen. Controleer wel of je zin nog klopt hierna.
  4. Laat de brief een nachtje liggen en lees hem nogmaals door.
  5. Laat hem aan iemand anders lezen. Hen vallen soms andere dingen op die jij door het vele lezen niet meer ziet.
  6. Verstuur je brief en cv altijd als PDF-bestand. Zo blijft de indeling hetzelfde ook als het op een computer, tablet of telefoon geopend wordt.
  7. Kijk goed hoe het bedrijf de brief wil ontvangen: via hun website, naar een e-mail adres of via de post. Volg dit ook op. Via de post komt niet vaak meer voor. Zorg wel voor voldoende postzegels op de envelop en kijk even welk type postzegel je kiest. (Bijvoorbeeld geen rouwzegel).

Veel succes!

Heb je hulp nodig bij het opstellen van je brief, cv of LinkedIn-profiel? Neem dan gerust contact op.

Hartelijke groet,

Marjan

Heb je eerdere sollicitatietips gemist? Hier link je ernaar terug:

8: Welke woorden moet je in je brief gebruiken?

7: Minder fouten maken in teksten

6: Gebruik van de STARR methode

5: Wat wil je bereiken?

4: Waar wil je werken?

3: Hoe zet je je netwerk in?

2:Je kwaliteiten in kaart

1: Profieltekst in je cv

 

 

‘Krab achter je oren’ deel 63: systeemdenken bij solliciteren: tip 7 spellingscontrole aan!

Wanneer je een sollicitatiebrief/motivatiebrief of cv gaat opstellen is het belangrijk dat je zorgt dat de taal en de spellingscontrole goed ingesteld staan. Deze week geef ik je een stappenplan om je spellingscontrole en taal goed in te stellen.

Taal

Om te controleren of de taal goed ingesteld is op je Windows computer, klik je bovenaan in het programma Word op ‘Controleren’. In het uitklapscherm dat dan tevoorschijn komt klik je op ‘Taal’ en dan op ‘Voorkeurs taal instellen’. Hier kies je dan voor ‘Nederlands Standaard’. Kijk ook even naar de vinkjes. Zorg dat er geen vinkje staat bij ‘Geen spelling- of grammaticacontrole uitvoeren. Anders dan doet de spellingscontrole het niet.

Op een Apple-computer met Word, klik je op ‘Extra’ in de bovenste balk. Daarna in het uitklapscherm op ‘Taal’. Ook hier kies je voor Nederlands en kijk je of het vinkje er niet staat bij ‘Geen spelling- of grammatica controle uitvoeren’.

Het indrukken van sommige combinaties van toetsen op je toetsenbord maakt dat je computer al naar een andere taal verspringt. Wanneer dat bijvoorbeeld Engels is, worden de dagen van de week en de maanden die  geschreven zijn met een hoofdletter wel goedgekeurd, terwijl dat in het Nederlands echt fout is! Klik daarom op Ctrl en A. Je selecteert dan alles in je document en stelt vervolgens de taal goed in.

Spellingscontrole

Dit zorgt ervoor dat er rode golfjes komen onder woorden die niet goed geschreven zijn. Wanneer je op zo´n woord gaat staan met de muis/cursor en je klikt op de rechtermuisknop komen er suggesties tevoorschijn. Wanneer je deze aanklikt, wijzigt je computer dat woord.

Om op je Windowscomputer te controleren of je spellingcontrole aanstaat klik je ook bovenaan op ‘Controleren’. Links zie je een ABC met een vinkje staan met daaronder ‘Spelling- en grammaticacontrole’. Wanneer je hierop klikt gaat hij meteen controleren. Bij ‘Opties’ kun je nog aangeven wat je precies wilt controleren. Bijvoorbeeld ook de grammatica en je kunt ‘controleren tijdens het typen’ aanzetten.

Op een Apple-computer klik je op ‘Extra’ en dan op ‘Spelling- en grammaticacontrole’ in het uitklapscherm. Wanneer je hier op klikt (werkt alleen als je al iets getypt hebt) begint de spellingscontrole. Ook hier kun je bij ‘Opties’ kiezen voor wat je wilt controleren.

Autocorrectie

Maak je veel dezelfde fout of wil je graag dat je computer alvast de puntjes (het trema) op de naam zet van je collega of je eigen naam? Dat is te regelen via ‘Autocorrectie’. Dit kan via de rechtermuisknop wanneer je computer aangeeft dat het fout is door de rode golfjes. In het autocorrectiescherm typ je het woord zoals jij het typt en vervolgens in het autocorrectievakje het juiste woord waarin je het woord gewijzigd wilt hebben.  Zo wordt ‘marielle’ dan gewijzigd in ‘Mariëlle’ met een hoofdletter en het trema op de e.

Bij een Windowscomputer klik je eerst op de ABC met ‘Spellingscontrole’ en dan op ‘Opties’ en dan op ‘Autocorrectie-opties’ in een grijze balk bovenaan.

Bij een Apple computer kan het via ‘Extra’ en dan via ‘AutoCorrectie’ of via ‘Spelling- en grammaticacontrole’, in dat uitklapscherm staat onderaan ook ‘AutoCorrectie’.

Let op! De fout gerekende woorden kunnen ook woorden zijn die jouw computer niet kent. Dit is het geval bij namen, maar ook bij specifieke woorden die in een bepaald bedrijf gebruikt worden. Wanneer je echt zeker weet dat het zo geschreven moet worden, ga je met de muis/cursor op dat woord staan, klik je op de rechter muisknop en kies je voor ´toevoegen´. De volgende keer zal je computer het dan goed rekenen.  Alle zelfde woorden worden dan goed gerekend in je document.

Veel succes!

Heb je vragen? Stel ze gerust via contact of bel mij even op.

Hartelijke groet,

Marjan

Heb je eerdere sollicitatietips gemist? Hier link je ernaar terug:

6: Gebruik van de STARR methode

5: Wat wil je bereiken?

4: Waar wil je werken?

3: Hoe zet je je netwerk in?

2:Je kwaliteiten in kaart

1: Profieltekst in je cv

´Krab achter je oren´ deel  45: zinsontleding 3: werkwoordelijk gezegde

In deel 42 heb ik je uitgelegd over de persoonsvorm: het werkwoord waaraan je kunt zien in welke tijd de zin staat. Het werkwoord laat weten wat er gebeurt of wat er gedaan wordt.

In deel 44 kwam daar het onderwerp bij: wie of wat iets doet.

Deze week vertel ik je over het werkwoordelijk gezegde. Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden in een zin. Werkwoorden zeggen wat er gedaan wordt, of wat er gebeurt.

Soms staat er alleen één persoonsvorm in een zin, maar soms staan er meerdere werkwoorden in een zin of is het werkwoord opgesplitst.

Bijvoorbeeld:

Marjan schrijft: alleen de persoonsvorm als werkwoord. Dan is ‘schrijft’ het werkwoordelijk gezegde.

Marjan ruimt haar bureau op.  Hier is het werkwoord opruimen opgesplitst. Het werkwoordelijk gezegde wordt dan: ‘ruimt op’.

Heb je een spellingsfout gemaakt? Hier zijn er twee werkwoorden: hebben en maken.  Het werkwoordelijk gezegde wordt dan: ‘heb gemaakt’.

Zij zat piano te spelen. Hier zijn twee werkwoorden: zitten en spelen. Te is geen werkwoord, maar hoort wel bij het werkwoordelijk gezegde: ‘zat te spelen’.

 

Volgende keer gaan we het hebben over ‘het lijdend voorwerp’.

Tot dan!

Hartelijke groet,

Marjan

´Krab achter je oren´ deel  44: zinsontleding 2: het onderwerp

In deel 42 heb ik je uitgelegd over de persoonsvorm: het werkwoord waaraan je kunt zien in welke tijd de zin staat. Het werkwoord laat weten wat er gebeurt of wat er gedaan wordt.

Ik leg de zinsontleding steeds in kleine stapjes uit. Deze keer ‘het onderwerp’.

Voorbeelden van de persoonsvorm:

fietst,

kocht,

mailde,

valt,

schrijft.

 

Het onderwerp vertelt wie of wat dat doet.

Dan wordt het:

Albert fietst,

Sinterklaas kocht,

De klant mailde,

Mijn pen valt,

Marjan schrijft.

 

Met de persoonsvorm en het onderwerp weet je iets over wat er gebeurt en wie dat doet. Je kunt het onderwerp vinden door te vragen: Wie fietst? Wie kocht? Wie mailde? Wat valt? Wie schrijft?

Volgende week vertel ik over het werkwoordelijk gezegde.

Hartelijke groet,

Marjan

 

‘Krab achter je oren’ deel 42: Zinsontleding 1: persoonsvorm

De komende weken ga ik jullie iets vertellen over zinsontleding. De spelling van bepaalde woorden is regelmatig afhankelijk van het soort woord. In de komende weken gaan we deze woordsoorten vinden in de zinnen.

Deze week in het eerste deel: De persoonsvorm.

Een werkwoord is een woord dat aangeeft dat er iets gebeurt of iemand iets doet. Zoals: fietsen, liggen, typen, schrijven, solliciteren, lezen, lachen.

Je kunt een werkwoord vinden door te vragen:  Wat doe ik? Wat doet hij/zij? Wat doen zij/jullie?

De persoonsvorm is een werkwoord dat de tijd aangeeft. Je vindt de persoonsvorm door de tijd te veranderen, de zin vragend te maken of door het aantal te veranderen.

De tijd veranderen van nu naar het verleden of van het verleden naar nu:

Ik solliciteer vandaag. Ik solliciteerde vorige week.

Zij schrijft nu een brief. Zij schreef gisteren een brief.

Hij leest mijn CV nu. Hij las mijn CV vorige maand.

Wie maakt de folder? Wie maakte de folder?

Je kunt de persoonsvorm ook vinden door de zin vragend te maken. (Behalve als het al een vragende zin is. Dan moet je de tijd veranderen).

Solliciteer jij vandaag?”

Schreef jij gisteren een brief?”

Leest hij mijn CV?”

Een derde manier om de persoonsvorm te vinden is om van enkelvoud meervoud maken of van meervoud enkelvoud maken.

Ik geefmijn visitekaartje. (enkelvoud) Wij gevenons visitekaartje. (meervoud)

Ik krabachter mijn oren. (enkelvoud) Wij krabbenachter onze oren. (meervoud)

Wij schrijvenelke week een blog. (meervoud) Ik schrijfelke week een blog. (enkelvoud)

 

Volgende week gaan we verder met het ‘onderwerp’.

Heb je in de tussentijd vragen? Stel ze gerust via de contactpagina.

 

Hartelijke groet,

Marjan

 ‘Krab achter je oren’ deel 39: ‘Ervan uit’ of ‘Er vanuit’?

 Twijfel jij ook wel eens of je ‘ervan uit’ of ‘er vanuit’ moet schrijven?

Vaak gaat dit gepaard met het werkwoord ‘uitgaan’. Je gaat van ‘iets’ uit. Dat ‘iets’ kan worden aangeduid met ‘ervan’ ‘waarvan’/ ‘daarvan’.  Het ezelsbruggetje dat ik je deze keer wil meegeven is dat ‘uitgaan’ het werkwoord is en het deel ‘uit’ bij het werkwoord hoort en niet bij het woordje ‘van’.

Wanneer ‘uitgaan’ het werkwoord is, schrijf je ‘van’ los van ‘uit’:

Ik geef een paar voorbeelden: (ook met waarvan en daarvan)

– Jij bent ervan uitgegaan dat ik de teksten maak voor jouw website.

– Daarvan ga ik ook uit.

Uitgaande van de aangeleverde informatie, stel ik de tekst samen.

– Ik vind dat we ervan uit moeten gaan dat er een passende vacature voor je komt.

– De spellingsregels zijn het principe waarvan ik uit ga.

 Wanneer schrijf je wel ‘vanuit’ aan elkaar?

Vanuit mijn beroep als tekstschrijver kan ik je adviseren.

– Ik werk vanuit mijn huis in Wieringerwaard.

 

Heb je een vraag? Stel deze gerust via de contactpagina!

Tot de volgende keer.

Hartelijke groet,

Marjan

 

 

´Krab achter je oren´ deel 38:  Twijfel bij kopiëren, zeeën, creëren?

Soms slaat de twijfel even toe bij woorden als kopiëren, zeeën, creëren. Deze keer geef ik je hier een aantal spellingtips over.

Een trema -die puntjes op bijvoorbeeld de letter -e/-u/-i – schrijf je op de plaats waar de nieuwe klank begint. Zo voorkom je dat klinkers voor dubbele klanken worden aangezien en dan verkeerd uitgesproken worden. Je zou dan namelijk een ei- ie-ui-ee kunnen lezen en uitspreken.

Hieronder geef ik een aantal voorbeelden van woorden waarbij de twijfel vaak toeslaat:

  • Kopiëren ( kopi-eren)
  • Tweeën (twee-en)
  • Officiële (offici-ele)
  • Financiële (financi-ele)
  • Smeuïg (smeu-ig)
  • Zeeën (zee-en)
  • Reünie (re-unie)
  • Geüpload (ge-upload) zie ook ‘Krab achter je oren’ deel 37 over vervoegen van Engelse woorden.
  • Creëren (cre-eren)
  • Beïnvloeden (be-invloeden)
  • Onderzeeër (onderzee-er)
  • Geërfd (ge-erfd) Ja, met een -d, zie ook ‘Krab achter je oren’ deel 21.
  • Patiënt (pati-ent)
  • Poëzie (po-ezie)

Tip: het voltooid deelwoord van e-mailen is wel ‘ge-e-maild’ met een koppelteken. Dit omdat de -e los staat.

Let op: Je schrijft het trema alleen op de letter wanneer er verwarring zou kunnen ontstaan over de uitspraak van het woord. Bij samengestelde woorden waarbij de beide klinkers geen dubbele klank vormen, hoef je geen trema te schrijven. De uitspraak blijft namelijk hetzelfde.

Een paar voorbeelden:

  • Koffieautomaat
  • Coauteur

Of

  • Kopieert
  • Uitzaaiing
  • Financieel
  • Beoefenen
  • Beantwoorden

Tip: Je maakt de puntjes (het trema) op de letter door in Word eerst de puntjes te maken (Shift “) en dan de letter te typen. Bij Apple houdt je de letter die je wilt typen langer ingedrukt en kiest dan welk accent je erop wilt zetten.

Heb je een vraag? Stel deze gerust via de contactpagina. 

Tot de volgende keer!

Hartelijke groet,

Marjan

‘Krab achter je oren’ deel 37:  Schrijfwijze Engelse werkwoorden zoals ‘delete’

Woorden die uit het Engels geleend zijn komen steeds meer voor in onze taal. We vervoegen ze vervolgens op de Nederlandse manier en dat ziet er dan soms wat gek uit. Vooral termen uit de sport, techniek of ICT kom je veelvuldig in het Engels tegen.

Ook voor deze woorden gebruiken we de regel van ’t ex-kofschip. (De klinkers e-o-i  tellen niet mee). Uit eerdere spellingstips  heb ik je laten weten hoe dit werkt. (Zie ‘Krab achter je oren’ deel 21 en deel 22).

Je neemt het hele werkwoord en haalt –en  eraf. Dan kijk je naar de laatste letter en controleert of deze in ’t ex-kofschip voorkomt. Zo ja, wordt het een –t aan het eind. Zo nee, wordt het een -d.

(Ezelsbruggetje het is ’t  ex- kofschip, dus daar hoort de –t bij).

Let ook op de klank die klinkt als een -S. Dan wordt er ook van uit gegaan dat het de -S is en schrijf je het met een -t. Wanneer de –e aan het eind niet uitgesproken wordt, blijft deze ook staan.

Een paar voorbeelden:

Racen –> rac   (klinkt als –S )

Ik race,

Hij racet

Verleden tijd: hij racete

Voltooid deelwoord: Ik heb geracet

 

 

Relaxen –> relax  (klinkt als –S)

Ik relax,

Hij relaxt

Verleden tijd: hij relaxte

Voltooid deelwoord: ik heb gerelaxet

 

Update –> update (de niet uitgesproken –e blijft hier staan)

Ik update

Hij updatet

Verleden tijd: hij updatete

Voltooid deelwoord: ik heb geüpdatet

 

Deleten –> delete (de niet uitgesproken-e blijft hier staan)

Ik delete

Hij deletet

Verleden tijd: hij deletete

Voltooid deelwoord: ik heb gedeletet

 

Uploaden –>upload –d niet in ’t ex kofschip dus een –d.

Ik upload

Hij uploadt

Verleden tijd: hij uploadde

Voltooid deelwoord: ik heb geüpload

 

 

Mailen –> mail –l niet in ’t ex kofschip dus een –d.

Ik mail

Hij mailt

Verleden tijd: hij mailde

Voltooid deelwoord: ik heb gemaild

 

 

Heb je vragen? Stel ze gerust via de contactpagina.

Tot de volgende keer!

Hartelijke groet, Marjan

 

‘Krab achter je oren’ deel 35: Voltooid deelwoord met -d of –t

Eerder gaf ik je spellingstips in deel:

21: de basis van werkwoordspelling –d, –t ,–dt.

22: de basis van werkwoordspelling 2:  –de / -te over spelling van de verleden tijd.

Als aanvulling hierop vertel ik je nu over het voltooid deelwoord.

Het voltooid deelwoord:

– gebruik je als iets al klaar is. Het is al geweest.

– het begint vaak met ge-. Maar kan ook met be-, ver-, her-, ont-  geschreven worden.

– heeft altijd een hulpwerkwoord, zoals: worden, hebben of zijn.

Voorbeelden:

  • Ik heb een sollicitatiebrief geschreven. (Het schrijven is al klaar, begint met ge- en hulpwerkwoord is hebben).
  • Ik heb een foto aan mijn CV toegevoegd. (Het toevoegen is klaar, heeft ge- in het woord en hulpwerkwoord is hebben).
  • Ik ben uitgenodigd voor een sollicitatie gesprek. (Het uitnodigen is al klaar, heeft ge- in het woord en hulpwerkwoord is zijn).

Sterke werkwoorden (weet je nog, die hebben de kracht om te veranderen; zoals lopen –>liepen) krijgen vaak alleen –en erachter. Wij hebben gelopen, geschreven, onthouden, vergeten, gesproken.

Voltooide deelwoorden van zwakke werkwoorden eindigen op een –d of een –t. Hierbij heb je de ’t Kofschip-spellingsregel’ weer nodig. (Weet je nog; als je –en van het hele werkwoord afhaalt, kijk je naar de laatste letter van het werkwoord. Zit deze in ’t kofschip (de o en i tellen niet mee) wordt het een –t, zit de letter niet in ‘t kofschip wordt het een –d. Zie nog even deel 22.

Dus:

– solliciteren  –en –> solliciter: de r zit niet in ’t kofschip dus je schrijft:  ik heb gesolliciteerd.

– tekenen –en –> teken: de n zit niet in ’t kofschip dus je schrijft: ik heb getekend.

– fietsen –en –> fiets: de s zit wel in ’t kofschip, dus je schrijft: ik heb gefietst.

 

Heb je vragen? Stel ze gerust via de contactpagina.

Tot gauw!

 

Hartelijke groet,

Marjan

 

´Krab achter je oren´ deel 32:  ´s of niet bij namen

Na de uitleg over ´s zomers, nu de uitleg over de ´s achter een naam.

De –s duidt het bezit aan: Marjans CV staat voor Marjan haar CV. Wims sollicitatiebrief, staat voor Wim zijn sollicitatiebrief.

In principe hoort de –s aan de naam vast. Indien daardoor de uitspraak van de naam niet meer zou kloppen wordt het ‘s.  Dat is bijvoorbeeld als een naam eindigt op a, e, i, u, o of y.  Dan wordt het Evi’s magazine of Fenna’s LinkedIn profieltekst, Jordy’s beleidsstuk, of Edo’s nieuwsbrief. Namen die eindigen op de –e worden vaak uitgesproken als ‘u’. Officieel schrijf je dan ook de –s er aan vast, maar voor de duidelijkheid mag je dan ook schrijven: Marieke’s liedje.

Indien er al een -s staat of er een duidelijke –s klank te horen is – zoals bij Kees en Inez-, dan wordt het Kees’ bedrijfsfolder en Inez’ glossy.

Heb je nog vragen? Stel ze gerust via de contactpagina!

Tot de volgende keer!

Hartelijke groet,

Marjan