‘Krab achter je oren’ deel 54: Gratis workshop over sollicitatiebrief schrijven

Hoe schrijf je een goede sollicitatiebrief? Dat is een vraag die ik regelmatig krijg en waar ik mensen bij help.

Om de belangrijkste tips te delen, geef ik hier op woensdag 13 maart om 9.30 uur een gratis workshop over bij de Walk & Talk in de bibliotheek in Schagen.

De Walk & Talk is een maandelijkse bijeenkomst voor werkzoekenden. Zij kunnen hier netwerken, krijgen hier tips over solliciteren en het is voor hen een sollicitatieactiviteit. De inhoud is elke maand anders. De ene keer is het over  ‘voor welk bedrijf je zou willen werken?’, de andere keer over ‘hoe je een goede pitch kunt houden’ en nu dus over de sollicitatiebrief.

Naast de tips voor de brief, geef ik ook diverse tips over het hele sollicitatieproces. Natuurlijk is er ook ruimte om te netwerken, want het uitbreiden van je netwerk is belangrijk wanneer je werk zoekt.

De workshop en de koffie/thee zijn gratis, maar je moet je hiervoor wel even via deze link aanmelden.

Zie ik je 13 maart in de bibliotheek in Schagen? Het is van 9.30 tot ongeveer 11.15 uur in het gebouw Markt 18, vlak bij de kerk. Het adres is: Torenstraat 1a  1741CB Schagen

(Elke 2e woensdag van de maand is de Walk & Talk in Schagen, elke laatste woensdag van de maand in School 7 in Den Helder).

Graag tot dan!

Hartelijke groet,

Marjan

 

‘Krab achter je oren’ deel 53: Hulp zonder tranen

Hoewel ik eerder dacht dat een opdracht als deze niets voor mij zou zijn, heb ik pas iemand geholpen bij het maken van een toespraak voor een uitvaart.

Een paar weken geleden had ik Janna* geholpen bij het maken van een sollicitatiebrief. (We kenden elkaar al van de Walk & Talk bijeenkomsten voor werkzoekenden in de bibliotheek en zo wist ik al het één en ander over haar thuissituatie. Zij nam een groot deel van de zorg voor haar schoonvader op zich en het ging langzamerhand steeds slechter met hem). Blij met de nieuwe brief en het aangepaste cv was zij naar huis gegaan.

Een paar dagen later kwam het bericht dat haar schoonvader overleden was. De dag erna belde Janna* mij. Haar dochter wilde graag een toespraak houden in de kerk, maar ze kregen het samen niet goed op papier. Of ik wilde helpen…

Even ging door mijn gedachten: kan ik dat wel? Ga ik niet ontzettend met hen mee zitten snotteren? Toen een collega schrijfster vorige zomer zei dat zij hier haar corebusiness van wilde maken, dacht ik nog… knap dat je dat kan. Zou niets voor mij zijn. Ik ben allergisch voor huilende mensen, ik voel zo met ze mee, dat ik mee ga huilen.

Maar toen kwam het verzoek om hulp. Vanuit haar verdrietige hart. Omdat ze weet dat ik goed iemands gedachten kan verwoorden op papier. Omdat wij elkaar kennen. Omdat de vertrouwensband er al is. Drie seconden later wist ik het.

Goed, ik ga jullie helpen.

Haar dochter en ik blijken allebei een beetje zenuwachtig als ik aanschuif aan de keukentafel. Maar dat gevoel is snel weg. Samen besluiten we om de toespraak niet richting opa te doen, maar richting de aanwezigen. Ze heeft haar opa 20 jaar gekend en heeft veel leuke herinneringen aan hem. We besluiten dat we die met het publiek te gaan delen. De mooie herinneringen maken dat er mooie beelden als herinneringen voor ogen komen. Janna heeft ’s middags al een aantal anekdotes op papier gezet.

Samen maken we er een chronologisch geheel van, schrijven het in zo’n taal op dat het gemakkelijk voor te lezen is en de klemtonen maken het grappig en luchtig.

Aan het einde van de avond heb ik 3 kantjes vol getypt. Ze kan nog kiezen wat ze weg wil laten. Want naast een goede toespraak heeft ze nu ook vele herinneringen aan opa en oma op papier staan. Doordat ze het aan mij als ‘vreemde’ ging vertellen kwamen er nog meer details en meer herinneringen bovendrijven. Anders dan wanneer zij dit met haar moeder opschreef, die er immers bijna altijd zelf ook bij was, dus dan hoef je geen details te beschrijven. Net deze details geven de toespraak geur en kleur.

Er staat een mooi verhaal op papier. Er is nog een dag om het meerdere malen te oefenen. Vanuit mijn ervaring met het spreken voor een groep geef ik haar nog een aantal tips om haar zenuwen te verbergen en emotie te kunnen hanteren.

Die dag zijn zij in mijn gedachten.

Die avond krijg ik een appje: het is goed gegaan en nogmaals bedankt voor de hulp.

Daar doe ik het voor! Trots op mijzelf dat ik deze drempel heb durven nemen en deze hulp kon bieden. Zij zonder tranen en ik ook.

*Janna is niet haar echte naam. Anonimiteit is gegarandeerd.

Kan ik jou ook ergens bij helpen?

Hartelijke groet,

Marjan

‘Krab achter je oren’ deel 52: zinsontleding 6: Bijwoordelijke bepaling

Na de persoonsvorm, het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde, het lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, is nu de bijwoordelijke bepaling aan de beurt bij de uitleg over zinsontleding.

De bijwoordelijke bepaling is wat overblijft na het opzoeken van de persoonsvorm, het onderwerp, het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp. (De laatste twee zijn niet altijd aanwezig).

De bijwoordelijke bepaling geeft antwoord op vragen die beginnen met:

– Wanneer?

– Waar?

– Hoe?

– Waarbij?

– Waarmee?

– Door wie?

 

Voorbeelden:

  1. “Marjan belooft de offerte morgen naar het bedrijf te sturen”

Gezegde: Belooft Marjan om…? Belooft + te sturen.

Onderwerp: Wie belooft? Marjan.

Lijdend voorwerp: Wat belooft Marjan te sturen? De offerte.

Meewerkend voorwerp: Aan wie belooft Marjan te sturen? Aan het bedrijf.

Bijwoordelijke bepaling: (wat blijft er over?) morgen.

 

  1. “De tekstschrijver maakte dit weekend ook foto’s voor Facebook en Instagram bij het evenement.”

Gezegde: Maakte de tekstschrijfster….? Maakte.

Onderwerp: Wie maakte? De tekstschrijver.

Lijdend voorwerp: Wat maakte de tekstschrijver? Foto’s.

Meewerkend voorwerp: Voor wie maakte de tekstschrijver foto’s? Voor Facebook en Instagram.

Bijwoordelijke bepaling: (Wat blijft er over?)  Dit weekend + bij het evenement.

 

  1. “Zij bespreken de opdracht voor deze klant ’s middags aan de keukentafel.”

Gezegde: Bespreken zij…? Bespreken.

Onderwerp: Wie bespreken? Zij.

Lijdend voorwerp: Wat bespreken zij? De opdracht.

Meewerkend voorwerp: Voor wie bespreken zij? Voor deze klant.

Bijwoordelijke bepaling: (Wat is er over?) ’s middags / aan de keukentafel.

 

Heb je vragen? Stel ze gerust via de e-mail.

Hartelijke groet,

Marjan

 

 

 

‘Krab achter je oren’ deel 50: Zinsontleding 5: meewerkend voorwerp

Na de persoonsvorm, het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde, het lijdend voorwerp is nu het meewerkend voorwerp aan de beurt bij de uitleg over zinsontleding.

Het meewerkend voorwerp:

  • krijgt iets,
  • er wordt iets aan gegeven
  • er wordt iets tegen verteld
  • er is iets voor bestemd.

Je kunt het meewerkend voorwerp vinden door te vragen:

  • ‘Aan wie of wat…?’
  • ‘Voor wie of wat…?’
  • of soms ‘Bij wie of wat…?’

+ daarbij het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp en eventueel het lijdend voorwerp.

Woorden als ‘aan’ en ‘voor’ staan voor het meewerkend voorwerp of je kunt het ervoor zetten als het er niet staat.

Het is belangrijk om te weten dat niet alle zinnen een meewerkend voorwerp hebben! Als er een meewerkend voorwerp is, is het er altijd maar één.

Voorbeelden:

  1. “Marjan schrijft Julia een brief.”

– Gezegde: Schrijft Marjan een brief? Schrijft.

– Onderwerp: Wie schrijft? Marjan

– Lijdend voorwerp: Wat schrijft Marjan? Een brief

Meewerkend voorwerp: Aan/voor wie schrijft Marjan? Julia (Aan Julia)

(Had er gestaan: ‘Marjan schrijft een brief’,  was er geen meewerkend voorwerp geweest).

 

  1. “Marjan leende Nel haar pen”.

– Gezegde: Leende Marjan haar pen? Leende.

– Onderwerp: Wie leende? Marjan

– Lijdend voorwerp: Wat leende Marjan? Haar pen

Meewerkend voorwerp:Aan wie leende Marjan haar pen? Nel. (Aan Nel).

 

  1. “MarjanSchrijft maakt de offerte voor het bedrijf.”

– Gezegde: Maakt zij de offerte? Maakt.

– Onderwerp: Wie maakt? MarjanSchrijft.

– Lijdend voorwerp: Wat maakt MarjanSchrijft? De offerte.

– Meewerkend voorwerp:Voor wie maakt MarjanSchrijft de offerte? Het bedrijf. (Voor het bedrijf).

 

Heb je vragen? Stel ze gerust. Dat mag ook per e-mail.

Hartelijke groet,

Marjan

‘Krab achter je oren’ deel 49: “Marjan schrijft zodat jij tijd hebt voor waar je goed in bent!”

Ja, we hebben weer pannenkoeken gegeten! De laatste paar weken zijn er voor mij een aantal nieuwe opdrachtgevers bij gekomen die goed voor ogen hebben waar zij goed in zijn. Zij willen zich daarop richten en laten het schrijven aan mij over.

+ De organisatoren van een evenement hebben ervaren dat de sociale media de afgelopen jaren niet uit de verf kwam zoals zij hoopten. Het posten van berichten werd er een beetje bij gedaan door mensen die andere belangrijke taken hadden. Graag wilden zij dit veranderen, omdat zij inzien dat dit een steeds belangrijkere manier is om bezoekers te krijgen. ‘We willen graag meer zichtbaar worden. We willen graag dat er structureel berichten worden geplaatst. Zelf hebben we verstand van andere zaken. Wil jij voor ons Facebookberichten plaatsen?”

Voor dit evenement heb ik de afgelopen weken diverse filmpjes, foto’s, een poll en bijbehorende berichten en tags geplaatst. Ook heb ik voor hen een Instagram account aangemaakt. Ik heb het evenement bezocht, heb daar nieuwe foto’s gemaakt en ben diverse keren ‘live’ gegaan.  Het resultaat: 900% meer likes, filmpjes werden meer dan 4600 keer bekeken, een stijging van 525%, het bereik van de berichten was meer dan  10.500, een stijging van 611%.

+ De eigenaar van het bedrijf waarvoor ik eerder de teksten maakte, vond dit een fijne samenwerking. “Jij draagt onderwerpen aan die onze klanten interessant vinden. Je kunt het vertalen naar begrijpelijke taal of legt ons jargon aan hen uit. Je hebt leuke ideeën en filtert uit interviews met ons interessante informatie waar wij onszelf niet van bewust zijn. We willen graag dat jij de maandelijkse blog voor onze website schrijft en de link hiernaar op Facebook maakt.”

Na een uurtje gezellig thee drinken hebben we de omvang van de opdracht besproken en heb ik stof genoeg voor de eerste twee maanden.

+ Een lokaal bedrijf waar ik zelf klant ben heeft ruimte voor nieuwe klanten. De eigenaresse wil graag een jongere doelgroep aanspreken en hen laten weten wat zij te bieden heeft. Zelf wil zij zich graag richten op haar dienst en heeft geen tijd om zich te verdiepen in het maken, instellen en bijhouden van een zakelijke facebookpagina. “Jij bent daar handig in, weet hoe je mensen kunt bereiken en weet het goed te verwoorden.”

Voor haar heb ik de pagina aangemaakt en haar diensten beschreven. Na 2 dagen was het berichtenbereik al meer dan 1800 en dagelijks komen er nieuwe likes bij.

Wat is dit toch leuk om te doen!

Wil jij je ook meer richten op waar je goed in bent? Dan schrijf ik het voor je op. Niet alleen op facebook en instagram, maar ook op je website, in folders/flyers/magazines of in een (sollicitatie-)brief of cv.

Marjan schrijft zodat jij tijd hebt voor waar je goed in bent. Wat kan ik voor jou schrijven?

Hartelijke groet,

Marjan

‘Krab achter je oren’ deel 48: workshop over eigen bedrijf opstarten

Het is mij gelukt om vanuit de WW-uitkering mijn bedrijf op te starten. Er zijn best veel regels waar je dan aan moet voldoen. Dit heb ik allemaal uitgezocht en in een korte presentatie verwerkt.

Wil jij weten hoe je een eigen bedrijf kunt opstarten? Met of zonder WW-uitkering? Met of zonder startperiode? Ik vertel het tijdens een gratis workshop bij de Walk & Talk op 30 januari in Den Helder.

Ook als je geen bedrijf op wilt starten is het een interessante ochtend over inzicht in je kwaliteiten en een mooie gelegenheid om te netwerken met leuke mensen.

Ik zie je graag op 30 januari in KopGroep Bibliotheek School 7 in Den Helder.

De bijeenkomst is gratis, maar wel graag even aanmelden via de onderstaande link.

https://kopgroep.biblio-shop.nl/activiteiten/inschrijven/703/droom-jij-van-een-eigen-bedrijf#

Graag tot dan!

Hartelijke groet,

Marjan

‘Krab achter je oren’  deel 47: Zinsontleding deel 4: Lijdend voorwerp

Deze week neem ik jullie weer mee in een lesje zinsontleding. De persoonsvorm, het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp hebben we al gehad in deel 42,43 en 45. (Je kunt op die woorden klikken om deze uitleg nogmaals te lezen).

Wanneer je het lijdend voorwerp wilt vinden in een zin, maak je er een vraag van en zet je ‘Wie’ of ‘Wat’ voor het gezegde en het onderwerp. Het antwoord is dan het lijdend voorwerp.

Voorbeelden:

  1. Marjan schrijft de tekst. Wat schrijft Marjan? De tekst.

(Schrijft is gezegde, Marjan is het onderwerp, lijdend voorwerp is de tekst).

 

  1. Irma bekijkt de voorbeeldbrief. Wat bekijkt Irma? De voorbeeldbrief.

( Bekijkt is het gezegde, Irma is het onderwerp, De voorbeeldbrief is het lijdend voorwerp).

 

  1. De zuster sluit het infuus aan. Wat sluit de zuster aan? Het infuus.

(Sluit aan is het gezegde, de zuster is het onderwerp, het infuus is het lijdend voorwerp).

 

  1. Vanavond eet ik een maaltijdsalade. Wat eet ik? Een maaltijdsalade.

(Eet is het gezegde, ik is het onderwerp, een maaltijdsalade is het lijdend voorwerp).

 

Let op! Niet alle zinnen hebben een lijdend voorwerp. Zinnen met het werkwoord ‘worden’ hebben nooit een lijdend voorwerp.

Wanneer we de bovenstaande zinnen omzetten in een zin met ‘worden’, verandert het lijdend voorwerp namelijk in het onderwerp.

1a: De tekst wordt door Marjan geschreven.

2a: De voorbeeldbrief wordt door Irma bekeken.

3a: Het infuus wordt door de zuster aangesloten.

4a: De maaltijdsalade wordt vanavond door mij gegeten.

 

Volgende keer gaan we verder met het meewerkend voorwerp.

Hartelijke groet,

Marjan

 

 

 

 

‘Krab achter je oren’ deel 46: ‘Het woord van 2019’

Afgelopen week vroeg ik mijn trouwe lezers -ik vind ‘volgers’ geen leuk woord- op social media wat ‘hun woord voor 2019’ zou worden. Een greep uit hun reacties: Balans, Focus, Gezondheid, Nieuwsgierigheid.

Natuurlijk heb ik zelf ook nagedacht over mijn woord voor 2019.

Mijn woord is ‘Nu’.

Blijven in het nu, maakt dat ik aankan wat er nu gebeurt en ik de huidige hindernissen kan nemen.

Als ik namelijk achterom kijk en hindernissen die geweest zijn optel of vooruit kijk en inschat wat er nog aan hindernissen gaat komen, wordt dat te veel.

De uitspraak van Leen Barth houd ik dan goed voor ogen: ‘Men lijdt het meest onder het lijden dat men vreest’.

Maar soms gebeuren er echt dingen met mij of met dierbare mensen om mij heen. Ik zeg dan wel eens hardop: ‘Ik dacht dat er al genoeg op hun bordje had gelegen’.  Over de invloed op wát en hoeveel er op ieders bordje komt, zijn de meningen verdeeld. Maar met wat er op je bordje komt heb je het maar te doen. ‘Gewoon doorgaan,’ zegt mijn moeder dan.

Ik richt mij daarom op het nu en ben dankbaar voor wat er nu is. Dankbaar voor de gezondheid die er nu is, het gezelschap dat er nu is en wat er te leren is van de gebeurtenissen van nu.

Ik wens jullie het allerbeste voor 2019; nu en de volgende 364 dagen… die we per dag zullen beleven!

Hartelijke groet,

Marjan

 

 

´Krab achter je oren´ deel  45: zinsontleding 3: werkwoordelijk gezegde

In deel 42 heb ik je uitgelegd over de persoonsvorm: het werkwoord waaraan je kunt zien in welke tijd de zin staat. Het werkwoord laat weten wat er gebeurt of wat er gedaan wordt.

In deel 44 kwam daar het onderwerp bij: wie of wat iets doet.

Deze week vertel ik je over het werkwoordelijk gezegde. Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden in een zin. Werkwoorden zeggen wat er gedaan wordt, of wat er gebeurt.

Soms staat er alleen één persoonsvorm in een zin, maar soms staan er meerdere werkwoorden in een zin of is het werkwoord opgesplitst.

Bijvoorbeeld:

Marjan schrijft: alleen de persoonsvorm als werkwoord. Dan is ‘schrijft’ het werkwoordelijk gezegde.

Marjan ruimt haar bureau op.  Hier is het werkwoord opruimen opgesplitst. Het werkwoordelijk gezegde wordt dan: ‘ruimt op’.

Heb je een spellingsfout gemaakt? Hier zijn er twee werkwoorden: hebben en maken.  Het werkwoordelijk gezegde wordt dan: ‘heb gemaakt’.

Zij zat piano te spelen. Hier zijn twee werkwoorden: zitten en spelen. Te is geen werkwoord, maar hoort wel bij het werkwoordelijk gezegde: ‘zat te spelen’.

 

Volgende keer gaan we het hebben over ‘het lijdend voorwerp’.

Tot dan!

Hartelijke groet,

Marjan

´Krab achter je oren´ deel  44: zinsontleding 2: het onderwerp

In deel 42 heb ik je uitgelegd over de persoonsvorm: het werkwoord waaraan je kunt zien in welke tijd de zin staat. Het werkwoord laat weten wat er gebeurt of wat er gedaan wordt.

Ik leg de zinsontleding steeds in kleine stapjes uit. Deze keer ‘het onderwerp’.

Voorbeelden van de persoonsvorm:

fietst,

kocht,

mailde,

valt,

schrijft.

 

Het onderwerp vertelt wie of wat dat doet.

Dan wordt het:

Albert fietst,

Sinterklaas kocht,

De klant mailde,

Mijn pen valt,

Marjan schrijft.

 

Met de persoonsvorm en het onderwerp weet je iets over wat er gebeurt en wie dat doet. Je kunt het onderwerp vinden door te vragen: Wie fietst? Wie kocht? Wie mailde? Wat valt? Wie schrijft?

Volgende week vertel ik over het werkwoordelijk gezegde.

Hartelijke groet,

Marjan