‘Krab achter je oren’ deel 42: Zinsontleding 1: persoonsvorm

De komende weken ga ik jullie iets vertellen over zinsontleding. De spelling van bepaalde woorden is regelmatig afhankelijk van het soort woord. In de komende weken gaan we deze woordsoorten vinden in de zinnen.

Deze week in het eerste deel: De persoonsvorm.

Een werkwoord is een woord dat aangeeft dat er iets gebeurt of iemand iets doet. Zoals: fietsen, liggen, typen, schrijven, solliciteren, lezen, lachen.

Je kunt een werkwoord vinden door te vragen:  Wat doe ik? Wat doet hij/zij? Wat doen zij/jullie?

De persoonsvorm is een werkwoord dat de tijd aangeeft. Je vindt de persoonsvorm door de tijd te veranderen, de zin vragend te maken of door het aantal te veranderen.

De tijd veranderen van nu naar het verleden of van het verleden naar nu:

Ik solliciteer vandaag. Ik solliciteerde vorige week.

Zij schrijft nu een brief. Zij schreef gisteren een brief.

Hij leest mijn CV nu. Hij las mijn CV vorige maand.

Wie maakt de folder? Wie maakte de folder?

Je kunt de persoonsvorm ook vinden door de zin vragend te maken. (Behalve als het al een vragende zin is. Dan moet je de tijd veranderen).

Solliciteer jij vandaag?”

Schreef jij gisteren een brief?”

Leest hij mijn CV?”

Een derde manier om de persoonsvorm te vinden is om van enkelvoud meervoud maken of van meervoud enkelvoud maken.

Ik geefmijn visitekaartje. (enkelvoud) Wij gevenons visitekaartje. (meervoud)

Ik krabachter mijn oren. (enkelvoud) Wij krabbenachter onze oren. (meervoud)

Wij schrijvenelke week een blog. (meervoud) Ik schrijfelke week een blog. (enkelvoud)

 

Volgende week gaan we verder met het ‘onderwerp’.

Heb je in de tussentijd vragen? Stel ze gerust via de contactpagina.

 

Hartelijke groet,

Marjan

‘Krab achter je oren’ deel 40: uitnodiging gratis workshop

Deze week in de feestelijke 40e editie van ‘Krab achter je oren’ nodig ik je uit voor een gratis workshop die ik ga geven in de beste bibliotheek van de wereld: School 7 in Den Helder.

Woensdag 31 oktober om 10.30 uur geef ik daar tijdens de Walk & Talk bijeenkomst een workshop met tips over het schrijven van een sollicitatiebrief en andere sollicitatietips.

De workshop en de koffie/thee zijn gratis, maar je moet je hiervoor wel even via deze link aanmelden.

Zie ik je daar in dat prachtige gebouw?

School 7, Keizersgracht 94. 1781BB, Den Helder

Graag tot dan!

Hartelijke groet,

Marjan

 

 ‘Krab achter je oren’ deel 39: ‘Ervan uit’ of ‘Er vanuit’?

 Twijfel jij ook wel eens of je ‘ervan uit’ of ‘er vanuit’ moet schrijven?

Vaak gaat dit gepaard met het werkwoord ‘uitgaan’. Je gaat van ‘iets’ uit. Dat ‘iets’ kan worden aangeduid met ‘ervan’ ‘waarvan’/ ‘daarvan’.  Het ezelsbruggetje dat ik je deze keer wil meegeven is dat ‘uitgaan’ het werkwoord is en het deel ‘uit’ bij het werkwoord hoort en niet bij het woordje ‘van’.

Wanneer ‘uitgaan’ het werkwoord is, schrijf je ‘van’ los van ‘uit’:

Ik geef een paar voorbeelden: (ook met waarvan en daarvan)

– Jij bent ervan uitgegaan dat ik de teksten maak voor jouw website.

– Daarvan ga ik ook uit.

Uitgaande van de aangeleverde informatie, stel ik de tekst samen.

– Ik vind dat we ervan uit moeten gaan dat er een passende vacature voor je komt.

– De spellingsregels zijn het principe waarvan ik uit ga.

 Wanneer schrijf je wel ‘vanuit’ aan elkaar?

Vanuit mijn beroep als tekstschrijver kan ik je adviseren.

– Ik werk vanuit mijn huis in Wieringerwaard.

 

Heb je een vraag? Stel deze gerust via de contactpagina!

Tot de volgende keer.

Hartelijke groet,

Marjan

 

 

´Krab achter je oren´ deel 38:  Twijfel bij kopiëren, zeeën, creëren?

Soms slaat de twijfel even toe bij woorden als kopiëren, zeeën, creëren. Deze keer geef ik je hier een aantal spellingtips over.

Een trema -die puntjes op bijvoorbeeld de letter -e/-u/-i – schrijf je op de plaats waar de nieuwe klank begint. Zo voorkom je dat klinkers voor dubbele klanken worden aangezien en dan verkeerd uitgesproken worden. Je zou dan namelijk een ei- ie-ui-ee kunnen lezen en uitspreken.

Hieronder geef ik een aantal voorbeelden van woorden waarbij de twijfel vaak toeslaat:

  • Kopiëren ( kopi-eren)
  • Tweeën (twee-en)
  • Officiële (offici-ele)
  • Financiële (financi-ele)
  • Smeuïg (smeu-ig)
  • Zeeën (zee-en)
  • Reünie (re-unie)
  • Geüpload (ge-upload) zie ook ‘Krab achter je oren’ deel 37 over vervoegen van Engelse woorden.
  • Creëren (cre-eren)
  • Beïnvloeden (be-invloeden)
  • Onderzeeër (onderzee-er)
  • Geërfd (ge-erfd) Ja, met een -d, zie ook ‘Krab achter je oren’ deel 21.
  • Patiënt (pati-ent)
  • Poëzie (po-ezie)

Tip: het voltooid deelwoord van e-mailen is wel ‘ge-e-maild’ met een koppelteken. Dit omdat de -e los staat.

Let op: Je schrijft het trema alleen op de letter wanneer er verwarring zou kunnen ontstaan over de uitspraak van het woord. Bij samengestelde woorden waarbij de beide klinkers geen dubbele klank vormen, hoef je geen trema te schrijven. De uitspraak blijft namelijk hetzelfde.

Een paar voorbeelden:

  • Koffieautomaat
  • Coauteur

Of

  • Kopieert
  • Uitzaaiing
  • Financieel
  • Beoefenen
  • Beantwoorden

Tip: Je maakt de puntjes (het trema) op de letter door in Word eerst de puntjes te maken (Shift “) en dan de letter te typen. Bij Apple houdt je de letter die je wilt typen langer ingedrukt en kiest dan welk accent je erop wilt zetten.

Heb je een vraag? Stel deze gerust via de contactpagina. 

Tot de volgende keer!

Hartelijke groet,

Marjan

‘Krab achter je oren’ deel 37:  Schrijfwijze Engelse werkwoorden zoals ‘delete’

Woorden die uit het Engels geleend zijn komen steeds meer voor in onze taal. We vervoegen ze vervolgens op de Nederlandse manier en dat ziet er dan soms wat gek uit. Vooral termen uit de sport, techniek of ICT kom je veelvuldig in het Engels tegen.

Ook voor deze woorden gebruiken we de regel van ’t ex-kofschip. (De klinkers e-o-i  tellen niet mee). Uit eerdere spellingstips  heb ik je laten weten hoe dit werkt. (Zie ‘Krab achter je oren’ deel 21 en deel 22).

Je neemt het hele werkwoord en haalt –en  eraf. Dan kijk je naar de laatste letter en controleert of deze in ’t ex-kofschip voorkomt. Zo ja, wordt het een –t aan het eind. Zo nee, wordt het een -d.

(Ezelsbruggetje het is ’t  ex- kofschip, dus daar hoort de –t bij).

Let ook op de klank die klinkt als een -S. Dan wordt er ook van uit gegaan dat het de -S is en schrijf je het met een -t. Wanneer de –e aan het eind niet uitgesproken wordt, blijft deze ook staan.

Een paar voorbeelden:

Racen –> rac   (klinkt als –S )

Ik race,

Hij racet

Verleden tijd: hij racete

Voltooid deelwoord: Ik heb geracet

 

 

Relaxen –> relax  (klinkt als –S)

Ik relax,

Hij relaxt

Verleden tijd: hij relaxte

Voltooid deelwoord: ik heb gerelaxet

 

Update –> update (de niet uitgesproken –e blijft hier staan)

Ik update

Hij updatet

Verleden tijd: hij updatete

Voltooid deelwoord: ik heb geüpdatet

 

Deleten –> delete (de niet uitgesproken-e blijft hier staan)

Ik delete

Hij deletet

Verleden tijd: hij deletete

Voltooid deelwoord: ik heb gedeletet

 

Uploaden –>upload –d niet in ’t ex kofschip dus een –d.

Ik upload

Hij uploadt

Verleden tijd: hij uploadde

Voltooid deelwoord: ik heb geüpload

 

 

Mailen –> mail –l niet in ’t ex kofschip dus een –d.

Ik mail

Hij mailt

Verleden tijd: hij mailde

Voltooid deelwoord: ik heb gemaild

 

 

Heb je vragen? Stel ze gerust via de contactpagina.

Tot de volgende keer!

Hartelijke groet, Marjan

 

´Krab achter je oren´ deel 32:  ´s of niet bij namen

Na de uitleg over ´s zomers, nu de uitleg over de ´s achter een naam.

De –s duidt het bezit aan: Marjans CV staat voor Marjan haar CV. Wims sollicitatiebrief, staat voor Wim zijn sollicitatiebrief.

In principe hoort de –s aan de naam vast. Indien daardoor de uitspraak van de naam niet meer zou kloppen wordt het ‘s.  Dat is bijvoorbeeld als een naam eindigt op a, e, i, u, o of y.  Dan wordt het Evi’s magazine of Fenna’s LinkedIn profieltekst, Jordy’s beleidsstuk, of Edo’s nieuwsbrief. Namen die eindigen op de –e worden vaak uitgesproken als ‘u’. Officieel schrijf je dan ook de –s er aan vast, maar voor de duidelijkheid mag je dan ook schrijven: Marieke’s liedje.

Indien er al een -s staat of er een duidelijke –s klank te horen is – zoals bij Kees en Inez-, dan wordt het Kees’ bedrijfsfolder en Inez’ glossy.

Heb je nog vragen? Stel ze gerust via de contactpagina!

Tot de volgende keer!

Hartelijke groet,

Marjan

 

 

 

‘Krab achter je oren’ deel 26: ‘De kleur van mijn ogen’

Het is examentijd en dus ben ik volop bezig om scripties, essays, werkstukken en verslagen te redigeren. Met dit kijkje in de keuken van iemands opleiding, steek ik er soms tussendoor ook weer wat van op. De onderwerpen zijn heel uitlopend. Maar ook de taal en de taalfouten van deze mensen zijn heel divers.

Mensen vragen vaak: “Wat reken je als tekstschrijver voor redigeren?’ Maar dit is zo verschillend in de tijd die het neemt. Ik hanteer een vast uur tarief, maar als ik alleen hier en daar een ‘d/t’ moet aanpassen neemt dat veel minder tijd, dan wanneer ik hele zinnen moet ombouwen tot een lopend verhaal! Ik moet het echt pér persoon, pér tekst beoordelen en een passende offerte maken.

“Hoe beoordeel je een te redigeren tekst?” Is vaak de volgende vraag. Ik vraag de mensen om hun tekst te mailen. Dan kan ik er een stuk van lezen en bekijken hoe hun schriftelijke werk is, welke fouten komen er regelmatig terug? Zijn dat tikfoutjes als ‘stoomschema i.p.v. stroomschema’ of moet ik alle punten en hoofdletters nog toevoegen of zinnen lopend maken en volgorde aanpassen?

Vervolgens  maak ik een offerte waarin ik een inschatting maak van het aantal uren dat ik ermee bezig zal zijn. Bijvoorbeeld tussen de 3,5 en 4,5 uur. Ik spreek af dat ze de werkelijk afgenomen uren betalen met een maximum van het aantal uren van de hoogste inschatting.

Eerder heb ik wel eens te laag ingeschat en dan ben ik dus in mijn eigen tijd mijn deel van de afspraak aan het nakomen, dus nu houd ik de marge soms wat ruimer. Geloof mij maar op mijn ‘niet echt te definiëren’ kleur ogen, (welke kleur zie jij?) dat ik echt de werkelijke gemaakte uren in rekening breng als dat minder is dan de inschatting! Echt waar!

Ik merk aan mezelf dat ik dan eigenlijk ook wel weer té lief ben. Dat ik ook inhoudelijk feedback geef als ik iets mis in de tekst of ‘dat deze conclusie echt niet past bij het onderzoek dat daarboven beschreven is’. Ik leef met ze mee en wil graag dat ze hun opleiding halen. Ik zie dat ze zo hard gewerkt hebben om dit al op papier te krijgen.

Bij het redigeren komen regelmatig bekende en minder bekende theorieën over mijn scherm voorbij gerold. Met mijn onderwijsachtergrond, studie over veranderkunde en grote interesse in de werking van de hersenen is wel veel gesneden koek. Van andere onderwerpen moet ik soms wat in Google intikken om te kijken wat bepaalde afkortingen betekenen of wat de auteur van de bron zelf voor ogen had met de theorie. Als een voor mij onbekend onderwerp zo beschreven staat dat ik het snap, zal een ander het ook snappen.

Ik denk wel eens stiekem… als Google mij nu zou doorlichten, wat zullen ze dan van mij denken? Het ene moment zoek ik naar informatie over liquidaties, dan weer over termen in de zorg en dan weer over de werking van hersenen om te kijken of de cortexen wel de juiste spelling hebben… wat zal dat voor reclame opleveren aan de zijkant van mijn beeldscherm of welke advertenties krijg ik straks op Facebook aangeboden?

En… ja, het klopt trouwens ook dat je minder goed kan slapen als je tot ’s avonds laat achter je computerscherm aan het werk bent…. hmmm.

Maar ik ben blij met het werk wat ik doe en ben heel blij dat ik mensen hiermee kan helpen.

Kan ik jou ook ergens mee helpen? Of heb je een vraag? Neem dan contact op via de contactpagina of kijk even op ‘Je kunt bij Marjan terecht voor’.

Tot volgende week!

Hartelijke groet,

Marjan

 

‘Krab achter je oren’ deel 24: ‘Grr… Taalfoutjes”

In de hoop dat ze ooit verdwijnen besteed ik deze week aandacht aan 3 taalfoutjes.

  1. ‘Als’ en ‘dan’ door elkaar halen. Even een voorbeeld hoe het wel moet:

Bij verschillen gebruik je DAN: Mijn broer is groter DAN ik ben. Hij is ook sterker DAN ik ben. Ik zing mooier DAN mijn broer.

Wanneer je gelijkenissen wilt beschrijven gebruik je ALS:  Mijn broer  is zo groot ALS een reus. Zijn dochter is net zo groot ALS hij.

  1. Midden in de zin ‘U’ met een hoofdletter schrijven.

Het persoonlijke voornaamwoord u schrijf je net als de andere persoonlijke voornaamwoorden met kleine letters. Vroeger werd dat toegepast als beleefdheidsvorm. Nu schrijf je u alleen met een hoofdletter als het om een heilige persoon of een godheid gaat.

  1. Zinnen die beginnen met ‘En’.

Grammaticaal mag het, maar ik vind het écht niet mooi staan. Dat woordje ‘en’ mag je gewoon weglaten. Het is te veel spreektaal in mijn ogen. Als je iets wilt verbinden doe het dan in één zin door het woord ‘en’ ertussen te zetten. Anders start je een nieuwe zin.

Dus zo:

“Ik schrijf graag teksten voor websites en liedjes. (Geen EN).  Ik help ook graag mensen coachend om een sollicitatiebrief op te stellen”.

Heb je een vraag of wil je graag wekelijks op de hoogte gehouden worden van Nieuws & Tips? Klik dan op: contact om naar de contactpagina te gaan.

Wil je nog iets teruglezen over werkwoordspelling? Lees dan nog eens: basis van werkwoord spelling 1 of basis van werkwoord spelling 2

Tot volgende week!

Hartelijke groet,

Marjan

‘Krab achter je oren’ deel 22: De basis van werkwoord spelling  2: -DE of –TE?

Als vervolg op vorige week, ga ik nu in op de spelling van ´zwakke´ werkwoorden in de verleden tijd.

Zwakke werkwoorden zijn woorden die in de verleden tijd bijna hetzelfde blijven, maar waar –de of –te achter komt in de verleden tijd.

(Ezelsbruggetje: Sterke werkwoorden hebben de kracht om te veranderen: loop- liep, word- werd, kijk- keek, lees-las, zit-zat, enzovoort).

Ik spaar (nu = tegenwoordige tijd).

Ik/hij/zij/ naam:  spaarde (vroeger = verleden tijd).

wij spaarden

Tegenwoordige tijd:             Verleden tijd enkelvoud:              Verleden tijd meervoud:

Ik typ                                        Ik/hij/zij/ naam:   typte                  Wij/Zij:  typten

Ik solliciteer                          Ik/hij/zij/naam:  solliciteerde        Wij/zij solliciteerden

Hoe weet je nu of het –de of –te is?

Daarvoor gebruik je het ezelsbruggetje van ’t K(o)fsch(i)p. De klinkers tellen niet mee. Wel de letter X en je klank J. Jaren lang hoorde ik van deze regel, maar wist de toepassing niet. Daarom geef ik je nog een ezelsbruggetje mee:  het is ’t Kofschip.  Dus komt de letter voor in deze regel gaat het woord eindigen op -TE.

Belangrijk is om te starten met het hele werkwoord. Bij het hele werkwoord haal je –en eraf: Ik laat je  voorbeelden zien met elke letter uit ’t Kofschip:

– Praten- prat : de laatste letter is een T. Deze komt voor in ’t kofschip. Verleden tijd wordt: ik praatte.

– Plakken – plakk: de laatste letter is de K. Deze komt voor in ’t kofschip. Verleden tijd wordt: ik plakte.

– Blaffen- blaff: de laatste letter is de F. Deze komt voor in ’t Kofschip. Verleden tijd wordt: ik blafte.

– Kussen- Kuss: de laatste letter is de S. Deze komt voor in ’t Kofschip. Verleden tijd wordt: ik kuste.

– Lachen- lach: de laatste klank is de CH. Deze komt voor in ’t Kofschip. Verleden tijd wordt: ik lachte.

– Meppen- mepp: de laatste letter is de P. Deze komt voor in ’t Kofschip. Verleden tijd wordt: ik mepte.

– Faxen- fax: de laatste letter is de X. Deze hoort bij ’t Kofschip. Verleden tijd wordt: ik faxte.

Bij de laatste klank van douchen, racen, relaxen, roetsjen,  brunchen, finishen, enz. Moet je uitgaan van de S-klank die in ’t Kofschip zit. Dus de verleden tijd wordt: douchte, racete, relaxte, roetsjte, brunchte, finishte.

Bij laatste letters die niet in ’t Kofschip voorkomen én alle klinkers komt dus –DE achter het werkwoord in de verleden tijd. Een paar voorbeelden:

Bloeien- bloei:  de laatste letter is een i. Deze komt niet voor in ’t kofschip, want de klinkers tellen niet mee! Verleden tijd wordt: bloeide.

Luisteren- luister: de laatste letter is de R. Deze komt niet voor in ’t kofschip. Verleden tijd wordt: Luisterde.

Tekenen- teken: de laatste letter is de N. Deze komt niet voor in ’t kofschip. Verleden tjid wordt: tekende.

In het Nederlands komt er nooit een V of Z aan het einde van een woord. Dus let bij deze regel goed op! Daarom moet je beginnen met het hele werkwoord en daar –en afhalen.

Een paar voorbeelden waar je je niet in moet vergissen:

Beloven- belov. ( Niet de ik-vorm beloof!). De laatste letter is de V. Deze komt niet voor in ´t kofschip. Verleden tijd wordt dus beloofde.

Verhuizen- verhuiz. (Niet de ik-vorm verhuis!). De laatste letter is de Z. Deze komt niet voor in ’t kofschip. Verleden tijd wordt dus verhuisde.

Begrenzen- begrenz. (Niet de ik-vorm begrens!). De laatste letter is de Z. Deze komt niet voor in ’t kofschip. Verleden tijd wordt dus begrensde.

Bonzen- bonz. (Niet de ik-vorm bons!). De laatste letter is de Z. Deze komt niet voor in ’t kofschip. Verleden tijd wordt dus bonsde.

Erven- erv. (Niet de ik-vorm erf!). De laatste letter is de V. Deze komt niet voor in ’t kofschip. Verleden tijd wordt dus erfde.

Volgende week meer over het voltooid deelwoord.

Heb je een vraag over spelling of schrijven? Neem dan gerust contact op via de contactpagina. Hier mag je je ook aanmelden voor Nieuws& Tips. Dan krijg je 1x per week een mailtje.

Tot volgende week!

Hartelijke groet,

Marjan

 

 

 

 

‘Krab achter je oren’ deel 20: “3 bezitterige Taalfoutjes”

In de hoop dat deze spellingfouten ooit verdwijnen, geef ik er deze week drie aan jullie mee over bezittelijke voornaamwoorden.

1.‘Hun hebben’, waar het moet zijn: ‘Zij hebben’. Misschien is het Westfriese** spreektaal, maar ‘hun’ is een bezittelijk voornaamwoord. Dus: het is hun fiets, hun moeder, hun laptop. ZIJ HEBBEN een fiets. ‘Zij’ is derde persoon meervoud.

2. ‘Me’ als er ‘mijn’ moet staan. ‘Mijn’ schrijf je als het gaat over bezit. Het is MIJN moeder, MIJN fiets, MIJN laptop. Je mag er ook m’n van maken als je het toch wilt afkorten. ‘Me’ schrijf je als je het over jezelf hebt: Ik kan ME vergissen.  Ik voel ME niet lekker. Ik schaam ME.

3. Jou en jouw. Ook hier gaat het om bezit. Het is JOUW moeder , JOUW fiets, en JOUW laptop. De ‘W’ mag je weglaten als je vraagt: “Hoe gaat het met jou?” De ‘W’ komt er bij als je vraagt: “Hoe gaat het met JOUW moeder?” “Ik zal JOU nooit vergeten.”  “Ik zal JOUW brieven nooit vergeten” “Het is JOUW fiets.”  “Die fiets is van JOU”. Dus ‘Ik houd van JOU’ en ‘Ik houd van JOUW zelfgemaakte appeltaart’.

Heb je vragen?  Wil je meer van deze tips? Laat het dan weten via de Contactpagina en schrijf je in voor Nieuws & Tips. Ook als ik naar jouw mening te ‘juffig’ doe, hoor ik het graag!

**De spellingcontrole geeft aan West-Fries. Maar ik houd het advies van het Westfries genootschap aan, dat geen verwarring wil met het westelijke gedeelte van de provincie Friesland.

Tot volgende week!

Hartelijke groet,

Marjan