Nieuws & Tips

‘Krab achter je oren’ deel 52: zinsontleding 6: Bijwoordelijke bepaling

Na de persoonsvorm, het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde, het lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, is nu de bijwoordelijke bepaling aan de beurt bij de uitleg over zinsontleding.

De bijwoordelijke bepaling is wat overblijft na het opzoeken van de persoonsvorm, het onderwerp, het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp. (De laatste twee zijn niet altijd aanwezig).

De bijwoordelijke bepaling geeft antwoord op vragen die beginnen met:

– Wanneer?

– Waar?

– Hoe?

– Waarbij?

– Waarmee?

– Door wie?

 

Voorbeelden:

  1. “Marjan belooft de offerte morgen naar het bedrijf te sturen”

Gezegde: Belooft Marjan om…? Belooft + te sturen.

Onderwerp: Wie belooft? Marjan.

Lijdend voorwerp: Wat belooft Marjan te sturen? De offerte.

Meewerkend voorwerp: Aan wie belooft Marjan te sturen? Aan het bedrijf.

Bijwoordelijke bepaling: (wat blijft er over?) morgen.

 

  1. “De tekstschrijver maakte dit weekend ook foto’s voor Facebook en Instagram bij het evenement.”

Gezegde: Maakte de tekstschrijfster….? Maakte.

Onderwerp: Wie maakte? De tekstschrijver.

Lijdend voorwerp: Wat maakte de tekstschrijver? Foto’s.

Meewerkend voorwerp: Voor wie maakte de tekstschrijver foto’s? Voor Facebook en Instagram.

Bijwoordelijke bepaling: (Wat blijft er over?)  Dit weekend + bij het evenement.

 

  1. “Zij bespreken de opdracht voor deze klant ’s middags aan de keukentafel.”

Gezegde: Bespreken zij…? Bespreken.

Onderwerp: Wie bespreken? Zij.

Lijdend voorwerp: Wat bespreken zij? De opdracht.

Meewerkend voorwerp: Voor wie bespreken zij? Voor deze klant.

Bijwoordelijke bepaling: (Wat is er over?) ’s middags / aan de keukentafel.

 

Heb je vragen? Stel ze gerust via de e-mail.

Hartelijke groet,

Marjan

 

 

 

‘Krab achter je oren’ deel  51 ‘Niet doen! Dat mag niet!  Wanneer is iets spam?’

Onlangs vroeg een van mijn klanten om voor zijn bedrijf een tekst te maken met daarin de diensten die hij aanbiedt.

‘Prima, dat kan. Waarvoor heb je deze tekst nodig?’ vroeg ik.

‘Die wil ik naar diverse bedrijven gaan e-mailen, om nieuwe klanten te krijgen’ was zijn antwoord.

‘Weet je dat je daar hele hoge boetes voor kunt krijgen? In verband met de spamwet/ telecommunicatiewet?’ zei ik.

‘Oh, echt? Dat wist ik niet. Hoe kan ik dat dat wel aanpakken?’ vroeg hij.

Vervolgens heb ik hem geholpen om zijn zichtbaarheid op Google, LinkedIn en zakelijk Facebook te vergroten en ik heb hem tips gegeven voor zijn website.

Het zette mij wel aan het denken voor een nieuwe ‘Krab achter je oren’ om anderen ook attent te maken op wat wel en niet mag. Het gaat namelijk niet alleen over bedrijven die naamsbekendheid willen of iets willen verkopen, maar ook voor goede doelen, ledenwerving of het verspreiden van een levensovertuiging.

Om mensen commercieel te mogen mailen/ appen/ sms-en:

  1. Moet je uitdrukkelijke toestemming hebben. Het geven van toestemming moet een actieve handeling zijn. Je mag het niet opnemen in de kleine lettertjes van je algemene voorwaarden of een toestemminshokje op een formulier alvast aankruisen.
  2. Moet je die toestemming kunnen bewijzen tot 5 jaar na verzenden van een bericht.
  3. Moet je goed herkenbaar zijn als afzender met je naam of bedrijfsnaam.
  4. Moeten mensen zich hiervoor kunnen afmelden. Mail dus niet met een no-repley e-mail adres.

Het geldt ook voor directe berichten op sociale netwerksites (bijvoorbeeld Facebook, Instagram, Whatsapp, Snapchat of LinkedIn) En ook voor… wie doet dat eigenlijk nog? Faxen.

Je eigen klanten, die al eerder iets soortgelijks hebben gekocht of een dienst hebben afgenomen, mag je wel een bericht sturen, mits zij per keer de mogelijkheid hebben om zich af te melden.

Wanneer je je hier niet aan houdt kunnen boetes oplopen tot 900.000 euro per overtreding. Met een beetje mazzel krijg je alleen een waarschuwing van de Autoriteit Consument en Markt, maar ik zou het niet gokken. Boetes kunnen gegeven worden aan:

  • de verspreider (die op de verzendknop drukt),
  • de afzender (die de opdracht geeft) en
  • degene die meewerkt aan de verzending door bijvoorbeeld adressenbestanden te leveren.

Bron: Autoriteit Consument en Markt.

Wil je meer weten? Je kunt meer lezen hierover op: www.acm.nl

Veelgestelde vragen over de spam

Veel succes! Heb je ook hulp nodig om zichtbaar te worden met je bedrijf? Ik help je graag.

Hartelijke groet,

Marjan

 

 

 

‘Krab achter je oren’ deel 50: Zinsontleding 5: meewerkend voorwerp

Na de persoonsvorm, het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde, het lijdend voorwerp is nu het meewerkend voorwerp aan de beurt bij de uitleg over zinsontleding.

Het meewerkend voorwerp:

  • krijgt iets,
  • er wordt iets aan gegeven
  • er wordt iets tegen verteld
  • er is iets voor bestemd.

Je kunt het meewerkend voorwerp vinden door te vragen:

  • ‘Aan wie of wat…?’
  • ‘Voor wie of wat…?’
  • of soms ‘Bij wie of wat…?’

+ daarbij het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp en eventueel het lijdend voorwerp.

Woorden als ‘aan’ en ‘voor’ staan voor het meewerkend voorwerp of je kunt het ervoor zetten als het er niet staat.

Het is belangrijk om te weten dat niet alle zinnen een meewerkend voorwerp hebben! Als er een meewerkend voorwerp is, is het er altijd maar één.

Voorbeelden:

  1. “Marjan schrijft Julia een brief.”

– Gezegde: Schrijft Marjan een brief? Schrijft.

– Onderwerp: Wie schrijft? Marjan

– Lijdend voorwerp: Wat schrijft Marjan? Een brief

Meewerkend voorwerp: Aan/voor wie schrijft Marjan? Julia (Aan Julia)

(Had er gestaan: ‘Marjan schrijft een brief’,  was er geen meewerkend voorwerp geweest).

 

  1. “Marjan leende Nel haar pen”.

– Gezegde: Leende Marjan haar pen? Leende.

– Onderwerp: Wie leende? Marjan

– Lijdend voorwerp: Wat leende Marjan? Haar pen

Meewerkend voorwerp:Aan wie leende Marjan haar pen? Nel. (Aan Nel).

 

  1. “MarjanSchrijft maakt de offerte voor het bedrijf.”

– Gezegde: Maakt zij de offerte? Maakt.

– Onderwerp: Wie maakt? MarjanSchrijft.

– Lijdend voorwerp: Wat maakt MarjanSchrijft? De offerte.

– Meewerkend voorwerp:Voor wie maakt MarjanSchrijft de offerte? Het bedrijf. (Voor het bedrijf).

 

Heb je vragen? Stel ze gerust. Dat mag ook per e-mail.

Hartelijke groet,

Marjan

‘Krab achter je oren’ deel 49: “Marjan schrijft zodat jij tijd hebt voor waar je goed in bent!”

Ja, we hebben weer pannenkoeken gegeten! De laatste paar weken zijn er voor mij een aantal nieuwe opdrachtgevers bij gekomen die goed voor ogen hebben waar zij goed in zijn. Zij willen zich daarop richten en laten het schrijven aan mij over.

+ De organisatoren van een evenement hebben ervaren dat de sociale media de afgelopen jaren niet uit de verf kwam zoals zij hoopten. Het posten van berichten werd er een beetje bij gedaan door mensen die andere belangrijke taken hadden. Graag wilden zij dit veranderen, omdat zij inzien dat dit een steeds belangrijkere manier is om bezoekers te krijgen. ‘We willen graag meer zichtbaar worden. We willen graag dat er structureel berichten worden geplaatst. Zelf hebben we verstand van andere zaken. Wil jij voor ons Facebookberichten plaatsen?”

Voor dit evenement heb ik de afgelopen weken diverse filmpjes, foto’s, een poll en bijbehorende berichten en tags geplaatst. Ook heb ik voor hen een Instagram account aangemaakt. Ik heb het evenement bezocht, heb daar nieuwe foto’s gemaakt en ben diverse keren ‘live’ gegaan.  Het resultaat: 900% meer likes, filmpjes werden meer dan 4600 keer bekeken, een stijging van 525%, het bereik van de berichten was meer dan  10.500, een stijging van 611%.

+ De eigenaar van het bedrijf waarvoor ik eerder de teksten maakte, vond dit een fijne samenwerking. “Jij draagt onderwerpen aan die onze klanten interessant vinden. Je kunt het vertalen naar begrijpelijke taal of legt ons jargon aan hen uit. Je hebt leuke ideeën en filtert uit interviews met ons interessante informatie waar wij onszelf niet van bewust zijn. We willen graag dat jij de maandelijkse blog voor onze website schrijft en de link hiernaar op Facebook maakt.”

Na een uurtje gezellig thee drinken hebben we de omvang van de opdracht besproken en heb ik stof genoeg voor de eerste twee maanden.

+ Een lokaal bedrijf waar ik zelf klant ben heeft ruimte voor nieuwe klanten. De eigenaresse wil graag een jongere doelgroep aanspreken en hen laten weten wat zij te bieden heeft. Zelf wil zij zich graag richten op haar dienst en heeft geen tijd om zich te verdiepen in het maken, instellen en bijhouden van een zakelijke facebookpagina. “Jij bent daar handig in, weet hoe je mensen kunt bereiken en weet het goed te verwoorden.”

Voor haar heb ik de pagina aangemaakt en haar diensten beschreven. Na 2 dagen was het berichtenbereik al meer dan 1800 en dagelijks komen er nieuwe likes bij.

Wat is dit toch leuk om te doen!

Wil jij je ook meer richten op waar je goed in bent? Dan schrijf ik het voor je op. Niet alleen op facebook en instagram, maar ook op je website, in folders/flyers/magazines of in een (sollicitatie-)brief of cv.

Marjan schrijft zodat jij tijd hebt voor waar je goed in bent. Wat kan ik voor jou schrijven?

Hartelijke groet,

Marjan

‘Krab achter je oren’ deel 48: workshop over eigen bedrijf opstarten

Het is mij gelukt om vanuit de WW-uitkering mijn bedrijf op te starten. Er zijn best veel regels waar je dan aan moet voldoen. Dit heb ik allemaal uitgezocht en in een korte presentatie verwerkt.

Wil jij weten hoe je een eigen bedrijf kunt opstarten? Met of zonder WW-uitkering? Met of zonder startperiode? Ik vertel het tijdens een gratis workshop bij de Walk & Talk op 30 januari in Den Helder.

Ook als je geen bedrijf op wilt starten is het een interessante ochtend over inzicht in je kwaliteiten en een mooie gelegenheid om te netwerken met leuke mensen.

Ik zie je graag op 30 januari in KopGroep Bibliotheek School 7 in Den Helder.

De bijeenkomst is gratis, maar wel graag even aanmelden via de onderstaande link.

https://kopgroep.biblio-shop.nl/activiteiten/inschrijven/703/droom-jij-van-een-eigen-bedrijf#

Graag tot dan!

Hartelijke groet,

Marjan

‘Krab achter je oren’  deel 47: Zinsontleding deel 4: Lijdend voorwerp

Deze week neem ik jullie weer mee in een lesje zinsontleding. De persoonsvorm, het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp hebben we al gehad in deel 42,43 en 45. (Je kunt op die woorden klikken om deze uitleg nogmaals te lezen).

Wanneer je het lijdend voorwerp wilt vinden in een zin, maak je er een vraag van en zet je ‘Wie’ of ‘Wat’ voor het gezegde en het onderwerp. Het antwoord is dan het lijdend voorwerp.

Voorbeelden:

  1. Marjan schrijft de tekst. Wat schrijft Marjan? De tekst.

(Schrijft is gezegde, Marjan is het onderwerp, lijdend voorwerp is de tekst).

 

  1. Irma bekijkt de voorbeeldbrief. Wat bekijkt Irma? De voorbeeldbrief.

( Bekijkt is het gezegde, Irma is het onderwerp, De voorbeeldbrief is het lijdend voorwerp).

 

  1. De zuster sluit het infuus aan. Wat sluit de zuster aan? Het infuus.

(Sluit aan is het gezegde, de zuster is het onderwerp, het infuus is het lijdend voorwerp).

 

  1. Vanavond eet ik een maaltijdsalade. Wat eet ik? Een maaltijdsalade.

(Eet is het gezegde, ik is het onderwerp, een maaltijdsalade is het lijdend voorwerp).

 

Let op! Niet alle zinnen hebben een lijdend voorwerp. Zinnen met het werkwoord ‘worden’ hebben nooit een lijdend voorwerp.

Wanneer we de bovenstaande zinnen omzetten in een zin met ‘worden’, verandert het lijdend voorwerp namelijk in het onderwerp.

1a: De tekst wordt door Marjan geschreven.

2a: De voorbeeldbrief wordt door Irma bekeken.

3a: Het infuus wordt door de zuster aangesloten.

4a: De maaltijdsalade wordt vanavond door mij gegeten.

 

Volgende keer gaan we verder met het meewerkend voorwerp.

Hartelijke groet,

Marjan

 

 

 

 

‘Krab achter je oren’ deel 46: ‘Het woord van 2019’

Afgelopen week vroeg ik mijn trouwe lezers -ik vind ‘volgers’ geen leuk woord- op social media wat ‘hun woord voor 2019’ zou worden. Een greep uit hun reacties: Balans, Focus, Gezondheid, Nieuwsgierigheid.

Natuurlijk heb ik zelf ook nagedacht over mijn woord voor 2019.

Mijn woord is ‘Nu’.

Blijven in het nu, maakt dat ik aankan wat er nu gebeurt en ik de huidige hindernissen kan nemen.

Als ik namelijk achterom kijk en hindernissen die geweest zijn optel of vooruit kijk en inschat wat er nog aan hindernissen gaat komen, wordt dat te veel.

De uitspraak van Leen Barth houd ik dan goed voor ogen: ‘Men lijdt het meest onder het lijden dat men vreest’.

Maar soms gebeuren er echt dingen met mij of met dierbare mensen om mij heen. Ik zeg dan wel eens hardop: ‘Ik dacht dat er al genoeg op hun bordje had gelegen’.  Over de invloed op wát en hoeveel er op ieders bordje komt, zijn de meningen verdeeld. Maar met wat er op je bordje komt heb je het maar te doen. ‘Gewoon doorgaan,’ zegt mijn moeder dan.

Ik richt mij daarom op het nu en ben dankbaar voor wat er nu is. Dankbaar voor de gezondheid die er nu is, het gezelschap dat er nu is en wat er te leren is van de gebeurtenissen van nu.

Ik wens jullie het allerbeste voor 2019; nu en de volgende 364 dagen… die we per dag zullen beleven!

Hartelijke groet,

Marjan

 

 

´Krab achter je oren´ deel  45: zinsontleding 3: werkwoordelijk gezegde

In deel 42 heb ik je uitgelegd over de persoonsvorm: het werkwoord waaraan je kunt zien in welke tijd de zin staat. Het werkwoord laat weten wat er gebeurt of wat er gedaan wordt.

In deel 44 kwam daar het onderwerp bij: wie of wat iets doet.

Deze week vertel ik je over het werkwoordelijk gezegde. Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden in een zin. Werkwoorden zeggen wat er gedaan wordt, of wat er gebeurt.

Soms staat er alleen één persoonsvorm in een zin, maar soms staan er meerdere werkwoorden in een zin of is het werkwoord opgesplitst.

Bijvoorbeeld:

Marjan schrijft: alleen de persoonsvorm als werkwoord. Dan is ‘schrijft’ het werkwoordelijk gezegde.

Marjan ruimt haar bureau op.  Hier is het werkwoord opruimen opgesplitst. Het werkwoordelijk gezegde wordt dan: ‘ruimt op’.

Heb je een spellingsfout gemaakt? Hier zijn er twee werkwoorden: hebben en maken.  Het werkwoordelijk gezegde wordt dan: ‘heb gemaakt’.

Zij zat piano te spelen. Hier zijn twee werkwoorden: zitten en spelen. Te is geen werkwoord, maar hoort wel bij het werkwoordelijk gezegde: ‘zat te spelen’.

 

Volgende keer gaan we het hebben over ‘het lijdend voorwerp’.

Tot dan!

Hartelijke groet,

Marjan

´Krab achter je oren´ deel  44: zinsontleding 2: het onderwerp

In deel 42 heb ik je uitgelegd over de persoonsvorm: het werkwoord waaraan je kunt zien in welke tijd de zin staat. Het werkwoord laat weten wat er gebeurt of wat er gedaan wordt.

Ik leg de zinsontleding steeds in kleine stapjes uit. Deze keer ‘het onderwerp’.

Voorbeelden van de persoonsvorm:

fietst,

kocht,

mailde,

valt,

schrijft.

 

Het onderwerp vertelt wie of wat dat doet.

Dan wordt het:

Albert fietst,

Sinterklaas kocht,

De klant mailde,

Mijn pen valt,

Marjan schrijft.

 

Met de persoonsvorm en het onderwerp weet je iets over wat er gebeurt en wie dat doet. Je kunt het onderwerp vinden door te vragen: Wie fietst? Wie kocht? Wie mailde? Wat valt? Wie schrijft?

Volgende week vertel ik over het werkwoordelijk gezegde.

Hartelijke groet,

Marjan

 

‘Krab achter je oren’ deel 43: Sinterklaasgedicht op maat

Oh, het is alweer bijna zover… vele pieten vliegen van hot naar her.

Zij zijn druk met het zoeken naar het perfecte cadeau en hebben ook mooie surprises in petto.

Het maken van een mooi bijpassend gedicht, is hierbij min of meer verplicht.

Voel je bij de gedachte hieraan al wat zweet? Marjan kan voor je dichten en maakt het compleet!

Voor het maken van de surprise krijg je bij Marjan nul op het rekest, daarvoor verwijst zij je graag door naar Pinterest.

Maar voor het maken van rijmen, is Marjan altijd te lijmen.

Kenmerken over het cadeau, de persoon en anekdotes lever je aan, dan kan Marjan voor een klein bedrag voor je aan de slag gaan!

Dus ben jij geen dichter in de dop? Zoek dan contact met Marjan, want  zij ‘zit er op’!